Paul Krugerhuis

Het Krugerhuis (Engels: Kruger House) is de historische residentie van Paul Kruger, Boerenleider en president van de Zuid-Afrikaansche Republiek in Pretoria. Tegenwoordig dient het als biografisch museum waarin het tijdperk van Kruger (eind 19e eeuw) wordt tentoongesteld.
Het Krugerhuis bevindt zich vlak bij het Kerkplein en het standbeeld van Paul Kruger.

Geschiedenis

Het Krugerhuis werd in 1884 gebouwd door architect Tom Claridge en Charles Clark. Voor het mengen van het cement werd melk gebruikt in plaats van water, omdat het cement van slechte kwaliteit zou zijn geweest.
Het huis was één van de eerste in Pretoria met elektriciteit en telefoon.
Onder de tentoongestelde memorabilia bevinden zich het mes waarmee Kruger zijn eigen duim amputeerde na een schietongeluk, en gebeeldhouwde leeuwen die hij in 1896 als verjaardagsgeschenk ontving van Barney Barnato.

 

 

Nationaal park Kruger

Het Kruger Nationaal Park (Afrikaans: Nasionale Krugerwildtuin of Kruger Nasionale Park, Engels: Kruger National Park) of kortweg Krugerpark is een omvangrijk wildpark in het noordoosten van Zuid-Afrika, op de grens met Zimbabwe en Mozambique. Het is een van de bekendste wildparken in Afrika en trekt jaarlijks een groot aantal toeristen.

Geschiedenis

Vanwege de toenemende jacht met steeds modernere wapens, ontstond eind negentiende eeuw de behoefte aan bescherming van de natuur in het algemeen en het wild in het bijzonder. De volksraad van de Zuid-Afrikaansche Republiek (Transvaal) verbood daarom de jacht tussen de Sabie en de Krokodilrivier. In 1898 ging president Paul Kruger van de ZAR over tot het instellen van het Sabie Wildreservaat. Kort daarop brak de Tweede Boerenoorlog (1899-1902) uit, waardoor van natuurbescherming weinig meer terecht kwam.
In 1903 - Transvaal was intussen na de verloren oorlog een Britse kolonie geworden - werd de Britse majoor James Stevenson-Hamilton de eerste hoofdveldwachter van het gebied. Hij was een gepassioneerd natuurliefhebber en zette zich in voor de uitbreiding van het gebied. Jaar na jaar kwamen onder zijn leiding steeds meer gebieden bij het reservaat. In 1916 werd een spoorlijn aangelegd, waardoor het grote publiek het park gemakkelijker kon bereiken en het voor toeristen interessanter werd.
Een derde mijlpaal werd bereikt in 1926, toen UZA-minister van Lande Piet Grobler besloot hier het eerste nationaal park van Zuid-Afrika in te stellen. Het werd vernoemd naar een van de grondleggers van het park, Paul Kruger.
Sinds enkele jaren is het park onderdeel van het grensoverschrijdende Groter Limpopo Oorgrenspark, waarin ook parken gelegen in Mozambique en Zimbabwe zijn opgenomen.

Adelaar

Black-stork

Crested-Barbet

Purple-Crested-Turaco

Gnoe

Hyena

Krugerpark

Het Krugerpark is 380 km lang, 60 km breed en heeft een totale oppervlakte van ongeveer 20.000 km2. Het park bevat 25 kampen, waarvan 12 grote kampen zoals Skukuza, Lower Sabie en Satara. Alle kampen zijn omheind. Alleen in deze kampen, en op aangewezen plaatsen zoals picknickplaatsen als Tshokwane, is het toegestaan voor bezoekers om uit de auto te stappen.

Koedoe

Leeuw

Cheetah

Neushoorn

Nijlpaard

Olifant

Naast de grootte is dit park ook bekend om de grote variatie aan diersoorten. Hiervan zijn de zogenaamde 'Big Five' het meest bekend: de leeuw, de buffel, de luipaard, de neushoorn en de Afrikaanse olifant. Van deze laatste leeft in het Krugerpark de grootste populatie ter wereld. In 2003 telde het park 11.700 Afrikaanse olifanten. Naast deze vijf dieren zijn er ook nog vele andere, zoals de giraffe, het nijlpaard, de impala, de wilde hond, de zebra, de cheetah, de hyena, bavianen en diverse vogelsoorten.

Wild Varken

Giraf

Zebra

soort Aapjes

Het park kent ook meer dan 300 archeologische vindplaatsen, zoals Masorini en Thulamela. Deze archeologische plekken stammen uit de steentijd, de ijzertijd en uit de tijd van de Bosjesmannen (San).

terug inhoud